De korte, gedrongen fles van 11,2 ounce in Duvel-stijl geeft een donker, leerachtig bruin brouwsel af, met een lichtbruine, superstrakke, romige, donzige vetersluiting. Verbazingwekkende hoofdretentie. Gemoute melkballetjes, pittige gist en een zacht kruidig ​​Saaz-aroma. Zodra het bier in de mond komt, wordt het crèmiger met een licht en luchtig gevoel en levendige koolzuur. Lichte scherpte aan de voorkant, een versmelting van lichte hopbitterheid en lichte medicinale fenolen, met een verwarmende alcoholbeet die zijn kielzog voortschrijdt. Aantekeningen van merg en blad. Kruidenthee en een vleugje peper verscholen onder een gematigd restzoet, met aroma’s van toffee, bruin brood, gedroogd fruit en gefermenteerde honing. Er komt wat specerijen uit de alcohol terwijl deze opwarmt. De afdronk wordt droog, met wat restmoutzoet en broodachtige gist in de rug.